Allerhardst getroffen
Er moet me iets van het hart. Iets wat me al sinds het begin van de coronacrisis dwarszit. En dat is het wedstrijdje verplassen voor gedupeerden. Verschillende beroepsgroepen buitelen al maanden over elkaar heen om te roepen dat hún bedrijfstak het hardst getroffen is van alle bedrijfstakken.
Ineens blijken vliegmaatschappijen niet van de lucht te kunnen leven. Bruine cafés schrijven rode cijfers. De situatie voor casinomedewerkers is bar, bar, bar slecht. Sekswerkers trekken het niet meer. Kappers hebben geen nagel meer om hun kont te krabben, en nagelstylisten willen er mee kappen. Zzp’ers blijken toch een stuk minder zelfstandig. Ook sportschoolhouders moeten noodgedwongen roeien met de roeiapparaten die ze hebben. Kortom, iedereen is eigenlijk het allerhardst getroffen van iedereen. En dat terwijl ik toch al die tijd het gevoel heb dat de coronapatiënten zélf het hardst getroffen zijn van iedereen. En hun families en naasten die lang geen hulp mochten bieden, en die in het ergste geval zelfs geen waardig afscheid mochten nemen. En ouderen in verzorgingshuizen die verstoten waren van ieder contact. Maar blijkbaar is dat een verkeerde inschatting van mij.
Waarschijnlijk heeft een aantal van u inmiddels stomend van woede de laptop erbij gepakt. Om mij er in een vlammende en hysterische mail op te wijzen dat ik makkelijk praten heb. Dat veel ondernemers hun hele business ineen hebben zien storten. Maar besef dan wel dat ook mijn business compleet platligt. De opbrengst van kaartverkoop komt in eerste instantie terecht bij de theaters, niet bij de artiesten. Artiesten krijgen hun deel pas zodra de voorstelling is gespeeld. Sinds 11 maart heb ik geen enkel optreden meer mogen geven, en dús heb ook ik sinds die tijd nog amper inkomen. Maar mij hoor je absoluut niet klagen. Ik heb namelijk ooit bewust de keuze gemaakt om ondernemer te worden. En bij dat ondernemerschap horen nou eenmaal risico’s. En juist wanneer de situatie zoals nu uitzichtloos lijkt, leer je flexibel denken en kansen herkennen. Het ondernemerschap is geen lopend buffet waar je alleen de lekkere hapjes uit kunt plukken, en de vieze kunt laten liggen. Zo werkt het niet. Als ondernemer moet je helaas soms eten wat de pot schaft. Soms is dat overheerlijk en in overvloede.
En soms helaas karig en amper binnen te houden. Dan is het even de neus dichtknijpen en doorslikken, en alles op alles zetten om af te dwingen dat je de volgende dag wél weer iets fatsoenlijks op je bordje hebt. Juist dat maakt of breekt goede ondernemers. Ondernemen is vaak juichen met de handen in de zakken, maar soms ook treuren met gespreide armen.
Enfin. Ik heb ondanks de theatersluiting de afgelopen maanden in ieder geval niet stil gezeten. Maar daar komt u de komende dagen nog wel achter, heb ik zo’n vermoeden…
Terug naar het overzicht